Hoogspringen
Hier vind je de basisinformatie over hoogspringen.
Basisregels omtrent het hoogspringen:
- Iedere atleet heeft 3 pogingen per hoogte, bij halen van die hoogte door naar de volgende hoogte.
- De lat mag worden aangeraakt en bewegen, maar niet vallen.
- Een atleet moet met 1 voet afzetten
Uitgebreide regels omtrent het hoogspringen:
- Een atleet mag de 2e en 3e poging proberen op een grotere hoogte, maar niet lager
- Startnummer mag op de borst of op de rug worden gedragen. Naar keuze van de atleet.
- Als het duidelijk is dat de lat buiten toedoen van de atleet is gevallen (bijvoorbeeld door een windvlaag) direct na de spring, dan is die poging wel geldig.
- Een poging wordt ongeldig verklaard als de atleet voor de latpassage de mat of de grond onder of voorbij de lat aanraakt.
De standaard techniek: Hoogspringen
Fasen: Aanloop – Laatste 4 passen – Afzet – Vluchtfase - Landing
- In training: keep it simple
- Jeugd: schotse sprong is basis, flop: vanaf 1 meter 25 en hoger.
1 Aanloop
- 9 of 11 passen – 5 of 7 rechtuit en 4 in de bocht.
- Versnellen tot en met de afzet
- Afhankelijk van de atleet staande start of voorpas
- Heupen hoog, stuwende passen
- Actieve armvoering, hoge knievoering
- Actief naar voren lopen, sprintpas (snelheid maken)
2 Laatste 4 passen
- Lichaam rechtop houden
- Hogere bewegingsfrequentie
- Grijpende en stuwende beweging
- Buitenste been komt naar binnen en begint de bocht
- Benen blijven kruisen tijdens de bocht, voorlangs
- Bij laatste pas is het afzetbeen (bijna) volledig gestrekt
- Lopen van een mooie bocht vanwege centrifugale kracht
3 Afzet
- Grijpend/scharend plaatsen van de afzetvoet
- De voet wijst naar de verre hoek van de mat (niet parallel plaatsen aan de mat)
- Lichaam is in 1 lijn – van voet tot schouder
- Diagonale inzet van het gebogen zwaaibeen via kortste weg
- Strekking afzetvoet ondersteund zwaaibeen en armen
- Afzet is verticaal gericht en de afzetvoet wijst naar de mat
- Afzethoek van 60 tot 65 graden
- Houd voldoende (veel) afstand van de mat
4 Vluchtfase
- Behoud de afzetpositie zo lang mogelijk
- Rotatie via de verticale as
- Druk hoofd en schouders naar beneden achter de lat
- Heup en kniebuiging tot aan de L-positie
5 Landing
- L positie, rol verder of rol door