Hinkstapspringen

Hier vind je de basisinformatie over het hinkstapspringen.

 

 

Hinkstapspringen

B-

A-

D-

C-

 

 

pupil

pupil

junior

junior

1

De atleet is in staat om stap-stap-sprong uit te voeren

 

1

De atleet is in staat om hink- loopsprongen met elkaar af te wisselen

 

 

2

De atleet kent de regels omtrent hink-stap-sprong

 

 

 

 

De atleet kan een 9-pas maken en daarin 3 fases te onderscheiden;
1. de startfase (de eerste 3 passen)
2. de accelereerfase (rechtop lopen en door versnellen tot topsnelheid)
3. de afzetfase (topsnelheid behouden en de afzet voorbereiden)

 

 

 

3

De atleet zet iedere keer recht onder zijn zwaartepunt af

knie-inzet en armimpuls ondersteunen telkens de afzet

 

 

 

4

De atleet is in staat om de landing uit te stellen

 

 

 

Regels omtrent het hinkstapspringen:

  • Hinstapspringen bestaat uit een hink, een stap en een sprong. In deze volgorde uitgevoerd.
  • De hink moet zo worden uitgevoerd dat de atleet land op de voet waarmee hij heeft afgezet
  • De stap moet zo worden uitgevoerd dat de atleet land op de andere voet waarmee hij heeft afgezet.
  • De atleet moet voor de afzetlijn afzetten
  • Het punt het dichtste bij de afzetlijn of afzetplek wordt gebruikt voor het meten
  • De verspringbak voorbij het dichtstbijzijnde punt verlaten en naast de bak teruglopen.
  • De atleet mag tijdens de sprong geen salto of duikeling maken
  • Er kan gesprongen worden vanaf een 7,9 of 11 meter balk. Per wedstrijd te bepalen.
  • Als de atleet de aanloop afbreekt, mag er opnieuw worden aangelopen.

 hss1_2.png

De Rode Draad Overzicht